Nature of Hope benadert architectuur als ecologische praktijk. Mensen staan daarin niet los van de natuur, maar zijn er een integraal onderdeel van. Maar het binaire denken waarin natuur alles is wat niet menselijk is of door mensen gemaakt, heeft een lange en dominante geschiedenis. Ter introductie van de tentoonstelling vroeg IABR daarom onderzoekers, filosofen, historici en schrijvers te reflecteren op hoe we kijken naar natuur. Elke week delen we hier een van die bijdrages, die ook in de tentoonstelling te zien zijn.
Mihnea Tanasescu bepleit het belang van het opnieuw leren lezen van onze omgeving.
De VN heeft dit decennium uitgeroepen tot het decennium van het ecosysteemherstel. Het lijkt erop dat we nieuwe paden inslaan. Maar doen we dat echt? Wat betekent het om iets te herstellen, en waarom zouden we dat doen? En vooral: hoe?
Terwijl we een nieuwe orde proberen te introduceren in de natuurlijke wereld grijpen we naar technische oplossingen: we verbranden de juiste soort brandstof, gebruiken planten om koolstof op te slaan, maken veerkrachtige ontwerpen. We verliezen de basis van ecologische crises echter uit het oog: we hebben een gebrek aan vermogen om zinvolle relaties met onze omgeving op te bouwen. We zijn niet langer in staat aandacht te schenken aan de ecologie om ons heen of om de voorwaarden ervan te begrijpen.
Misschien moet ons vermogen om onze omgeving te lezen wel worden hersteld, om op te merken wat op bepaalde plaatsen belangrijk is en wie belangrijke niet-menselijke actoren zijn. Misschien moeten we zachtere, aandachtigere, biogeletterde mensen worden.
Bepaalde verschijnselen roepen een ecologische gevoeligheid van voorheen in herinnering. In het Italiaanse Puglia in Italië staan eeuwenoude olijfbomen waaraan generaties lang ecologische kennis is besteed, waarvoor werd gezorgd en waarmee werd samengeleefd: deze planten waren als geliefde familieleden. De olijftijd, die generaties lang duurde, vereiste goede relaties met het milieu in bredere zin.
Met de modernisering van het ecosysteem van de olijfboom ontwikkelde zich een plantagelogica die was gebaseerd op ecologische vereenvoudiging. Men begon gebruik te maken van chemische middelen die als doel hadden een maximale opbrengst te behalen met een minimum aan arbeid. Dit verhoogde tijdelijk de olijfolieproductie, maar verzwakte ook de bomen en koppelde mensen los van hun zorgtradities. De vooruitgang versnelde de tijd, verkortte de toekomst en veroordeelde het leven tot een opgeschort bestaan van verlies.
Wat betekent het om een olijfgaard te herstellen die zich gedurende vele eeuwen ontwikkelde en in een fractie van die tijd ten onder ging? Hoe kan een eeuwenoude reus nieuw leven worden ingeblazen in een wereld zonder het geduld van de olijftijd? De prachtige bomen verdwijnen, ze worden letterlijk verbrand terwijl ziekte – de bacterie Xylella fastidiosa – hun stam teistert. Restauratie kan niet betekenen dat we ze louter reconstrueren. In plaats daarvan moeten we opnieuw het soort relaties leren aangaan die eeuwen nodig hebben om zich te ontwikkelen en die ons olijfbomen en olijfmensen hebben gegeven. Misschien kunnen we, generatie op generatie, iets nieuws creëren dat we ons tot nu toe nog niet konden voorstellen. Misschien kunnen we de tijd helen.