Nature of Hope benadert architectuur als ecologische praktijk. Mensen staan daarin niet los van de natuur, maar zijn er een integraal onderdeel van. Maar het binaire denken waarin natuur alles is wat niet menselijk is of door mensen gemaakt, heeft een lange en dominante geschiedenis. Ter introductie van de tentoonstelling vroeg IABR daarom onderzoekers, filosofen, historici en schrijvers te reflecteren op hoe we kijken naar natuur. Elke week delen we hier een van die bijdrages, die ook in de tentoonstelling te zien zijn.
Daphina Misiedjan beschrijft de relatie tussen eigenaarschap, kolonialisme en natuur.
Hoe zou je bewijzen dat een stuk land van jou is? Zou je er een hek omheen bouwen? Zou je het naar jezelf vernoemen?
In de koloniale tijd vochten verschillende Europese rijken om het land van de zogenaamde Nieuwe Wereld. Ze hadden besloten dat, ook al woonden er volken in deze landen, de volken niet de eigenaar van de landen konden zijn omdat de landen eruitzagen alsof er niets aan was veranderd. Ze zagen er te ‘natuurlijk’ uit en werden niet ten volle benut, zoals God volgens Genesis van de mensheid had gevraagd. En dus kwamen de Europese rijken met concepten, met ideeën die hen hielpen het land te claimen. Sommigen zeiden: ‘Wie het eerst komt, het eerst maalt!’ Dit motiveerde de rijken om nieuwe landen te blijven ‘ontdekken’. Anderen zeiden: ‘Wie het land bewerkt, mag het houden!’ Het gevolg daarvan was dat ze in de Nieuwe Wereld in hoog tempo bomen begonnen om te hakken om te laten zien dat ze het land bewerkten zoals God het bedoeld had en dat ze er dus de eigenaar van waren. De resultaten hiervan zien we vandaag de dag nog steeds in landschappen die voor altijd veranderd zijn. En de ideeën over exclusief eigendom en exploitatie van de natuur zijn over de hele wereld dominant geworden.