Nieuws

Interview met nieuw Zakelijk Leider: Silvie Dees

8 september 2025
Silvie Dees. Beeld: Jacqueline Fuijkschot

Eind augustus is Silvie Dees gestart bij de IABR als Zakelijk Leider. Lees in dit interview wie zij is, waarom ze zich betrokken voelt bij de IABR en hoe ze het aankomende jaar voor zich ziet.

Silvie, kun je iets vertellen over jezelf – je achtergrond, je drijfveren – en hoe die jou uiteindelijk naar de IABR hebben gebracht?

Natuurlijk! Landschap, ruimte, cultuur en samenleving hebben me altijd geïnteresseerd, dit heeft deels te maken met waar ik ben opgegroeid. Ik ben geboren in Zeeuws-Vlaanderen, een bijzonder stukje Nederland dat geografisch ‘vast zit’ aan België en niet aan Nederland en daardoor soms letterlijk buiten beeld valt op kaarten. Het is een grensgebied met een rijk palet aan identiteiten en invloeden die mijn blik hebben beïnvloed.

Aan Vlaamse zijde is het landschap organisch gevormd: infrastructuur en bebouwing volgen een grillig patroon, waarbij toeval en historisch gegroeide structuren een grote rol spelen. Aan Nederlandse zijde overheersen juist planmatigheid en structuur: het landschap is rationeel ingericht en woonwijken zijn gebouwd met oog voor samenhang en orde.

Opgroeien tussen deze twee ruimtelijke benaderingen heeft mijn blik op de relatie tussen ruimte, cultuur en samenleving sterk beïnvloed. Ruimte is niet neutraal; het is een uitdrukking van denken, van cultuur, van hoe samenleven wordt vormgegeven.

In de eerste jaren van mijn loopbaan was ik actief in het bedrijfsleven/zorgsector, zowel nationaal als internationaal en was ik woonachtig in België. Vervolgens heb ik de overstap gemaakt naar de cultuursector en verhuisde ik naar Rotterdam. Een inspirerende stad die continue in beweging is en waar ik ervaarde. Binnen de kunsten was ik onder meer werkzaam bij Theaterproductiehuis Zeeland/Zeeland Nazomerfestival, Theater Rotterdam, festival- en concertorganisator Motel Mozaïque, theatergezelschap De Warme Winkel en dansgezelschap Ann Van den Broek (WArd/waRD).

En nu IABR, een organisatie waar cultuur, ruimtelijke vormgeving, samenleven en nieuw talent een plek krijgt en zie ik ernaar uit om samen met het team aan de slag te gaan. In een tijd waarin maatschappelijke en ruimtelijke opgaven steeds complexer worden, is er behoefte aan organisaties die verbeeldingskracht inzetten om deze uitdagingen tastbaar en bespreekbaar te maken. Ik geloof dat we verbeelding nodig hebben om de ander écht te kunnen zien en om abstracte opgaven te vertalen naar concrete, gedragen plannen.

Wat herken je uit de missie van IABR dat echt bij jou past?

Wat mij bijzonder aanspreekt in de missie van IABR is de overtuiging dat ruimtelijk ontwerp een katalysator kan zijn voor maatschappelijke verandering. De manier waarop IABR ontwerp inzet om urgente thema’s als klimaatadaptatie, energietransitie en sociale rechtvaardigheid tastbaar en voorstelbaar te maken, inspireert me. Ik geloof dat ontwerp niet alleen een esthetische, maar vooral een strategische kracht heeft: het kan nieuwe perspectieven openen en verschillende disciplines en belangen samenbrengen. Die verbindende rol, waarbij de verbeelding richting geeft aan daadwerkelijke transities, hebben we meer dan ooit nodig.

Hoe zie je het aankomende jaar voor je?

In mijn eerste periode bij IABR wil ik de organisatie maar ook de sector waarin we werken beter leren kennen. Ik ben nieuwsgierig van aard en ontdek graag nieuwe werelden. Dat betekent voor mij actief in gesprek gaan, me verdiepen in de thema’s, samenwerkingen en beleid om ons heen, en me laten inspireren door de diversiteit aan perspectieven die in het veld aanwezig zijn. Parallel daaraan zie ik ernaar uit om samen met het team en alle samenwerkingspartners toe te werken naar een nieuwe biënnale. Ook ben ik benieuwd naar het nieuwe project van het Ministerie van Maakin Gelderland, waarin we vanuit samenwerking en creativiteit toewerken naar het concreet vormgeven van maatschappelijke opgaven.

Tot slot, wat wil je de lezers en het netwerk van de IABR meegeven over jouw start hier?

Ik kijk ernaar uit om met veel mensen in gesprek te gaan – het liefst op plekken die voor hen inspirerend of vertrouwd zijn, in de stad én in de regio. En ja, ik noem dat graag ‘koffietjes doen’, ook al drink ik zelf geen koffie.