De tentoonstelling Open City, Designing Coexistence bestaat uit verschillende hoofdstukken. De grote tentoonstellingszaal van het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) is voor de gelegenheid direct verbonden met de straat, waardoor het gebouw zich letterlijk naar de stad Rotterdam opent. Bezoekers komen er binnen in een dynamisch publiek Forum met verschillende presentaties en 'stedelijke' faciliteiten. Het Forum weerspiegelt een manier van nadenken over wat een open stad is of kan zijn. Aan de orde komen kwesties als migratie, diversiteit, sociale en culturele verschillen en de manier waarop architecten en stedenbouwkundigen deze uitdagingen kunnen oppakken als onderdeel van de ontwerpopdracht. Vanuit het Forum betreedt de bezoeker de deeltentoonstellingen.
Tentoonstelling
Open City
Designing Coexistence
- van 25 september 2009 tot en met 10 januari 2010
- Nederlands Architectuurinstituut (NAi)
- Museumpark 25, Rotterdam
- Credits
In de Open City gaat het over toegang. Toegang tot de rijke bronnen die het stadsleven zijn meerwaarde geven zoals mobiliteit, communicatie, kennis en onderwijs, gezondheid, huisvesting, werk en sociale netwerken.
De kwaliteit van de Open City wordt daarom mede bepaald door het faciliteren van die toegang, de mate van vrijheid en gemak waarmee die bronnen kunnen worden benut. Architecten maken de samenleving niet, maar ze kunnen wel belangrijke voorwaarden voor een open samenleving creëren.
Wandelend langs de verschillende presentaties komt de bezoeker van het Forum 'stedelijke' faciliteiten tegen, zoals een café, een boekwinkel, een bibliotheek en een zaal voor lezingen, film en debat: 'The Hood'.
Maakbaarheid
De her-uitvinding van het stedelijk project in Rotterdam: op zoek naar een nieuwe geloofwaardigheid voor architectuur en stedenbouw na de kredietcrisis van 2008.
De tentoonstelling Maakbaarheid in de Foyer van het NAi presenteert een polemische visie op de stad Rotterdam in drie delen. De paradox van Rotterdam is dat de stadsbestuurders altijd heel goed hebben gemeend te weten wat de stad zou moeten zijn, maar niet wat hun stad eigenlijk is. Wie niet weet wie hij is, kan niet weten wat hij wil worden. In het manifest Make No Big Plans betoogt Crimson dat het nu niet de tijd is van De Grote Oplossing, maar die van het architectonisch ingrijpen op een schaal waarbij het overzicht behouden blijft. De film Story of an Open City laat zien hoe de tijdgeest in drie fases zijn stempel heeft gedrukt op de opbouw van de stad. En met Facts on the Ground tenslotte, wil Crimson op pragmatische wijze het debat over maakbaarheid op gang brengen. Op negen plekken in Rotterdam zijn projecten aangepakt die bij elkaar een reparatiesetje vormen voor de versnipperde stad.
Refuge
Refuge (vluchthaven) verwijst naar plekken waar mensen samenkomen op de vlucht voor honger, geweld of armoede. Maar ook naar escapisme, de wens zich te onttrekken aan de hectiek van de stad en te ontsnappen naar een exclusieve wijk met een hek eromheen. In het Midden Oosten en het zuidelijke deel van het Middellandse Zeegebied komen beide vormen van Refuge voor, soms pal naast elkaar. Voor welke opdracht zien architecten en stedenbouwkundigen zich geplaatst als bestaande normen zijn weggevallen en er niet kan worden teruggegrepen op processen en voorwaarden waaronder architectuur normaal tot stand komt? Dan kunnen alleen pragmatische, simpele, kleine en uitvoerbare oplossingen worden aangedragen.
Reciprocity - Stedelijke ruilstrategieën in Jakarta
In ontwikkelingslanden is de ruilhandel vaak belangrijker dan de officiële economie. Het belang van die informele structuur zal de komende jaren nog verder toenemen omdat de steden juist in de arme landen explosief groeien. De tentoonstelling Reciprocity onderzoekt hoe in Jakarta het systeem van uitruil en wederdiensten van invloed is op de infrastructuur en de vitaliteit van de stad. De Indonesische hoofdstad is een rijk en zeer complex voorbeeld van dit stedelijke ruilverkeer. Een groot deel van de bevolking ontvangt er zijn loon in natura of creëert zelf een alternatieve vorm van vraag en aanbod. De stad groeit als kool, er is vrijwel geen regie en de infrastructuur binnen de stadsgrenzen varieert van rijstvelden tot torenflats.
Community - The American Way of Living
Weinig samenlevingen lijken zo gesegregeerd, zo weinig open te zijn als de Amerikaanse. Zeker in Suburbia. Maar wie nauwkeuriger kijkt, ziet juist daar kenmerken van de Open City op plaatsen zoals winkelcentra, parkeerplaatsen, kerken en sportvelden, die in tegenstelling tot wat altijd gedacht is, integratiebevorderend blijken te werken.
De tentoonstelling Community in Zaal 2 is opgezet als een woordenboek, bestaande uit 101 ‘wapens’ die architecten, projectontwikkelaars, stedenbouwkundigen, politici en actiegroepen kunnen inzetten tegen of voor de Open City. De 101 ‘wapens’ zijn verzameld in The Arsenal of Exclusion/Inclusion. De bezoeker kan ze allemaal bestuderen in alfabetische volgorde of kiezen uit vijf thematische tours.
Squat - De informele stad in ontwikkeling
Wereldwijd leven meer dan een miljard mensen in sloppenwijken, gammele hutten, kraakpanden, tenten en kartonnen dozen, en opgegeven flatgebouwen. Deze zogenaamde informele steden zijn bijzonder gevarieerd, leveren zeer specifieke uitdagingen en hun aantal groeit nog steeds. Hoe kunnen architecten en stedenbouwkundigen bijdragen aan een sociaal en ecologisch duurzame ontwikkeling van deze stedelijke gebieden?
De expositie Squat in Zaal 3 heeft twee hoofdthema’s. Constructie van Kennis is gecentreerd rondom urbaninform.net, een internetplatform dat informele stadsbewoners kunnen gebruiken om onderling ervaringen en oplossingen uit te wisselen. Bij Constructie van de Stad ligt het accent op projecten in twee grote agglomeraties: Kotebe Hanna Mariam in Addis Abeba, de hoofdstad van Ethiopië; en Paraisópolis, met zijn 60.000 inwoners een van de grootste informele nederzettingen in de Braziliaanse metropool São Paulo.
Collective - Architectuur en massaproductie
In de Sovjet Unie zijn tussen 1956 en 1989 vijftig miljoen standaard appartementen verrezen in wijken die Microrayons worden genoemd. Na de instorting van het socialistische regime kampen die eenvormige wijken met een crisis in de openbare ruimte waarvoor niemand meer verantwoordelijkheid neemt. Toch hoeven we niet bang te zijn voor massaproductie in de architectuur betoogt de tentoonstelling Collective.
De tentoonstelling in Zaal 3 is een pleidooi voor de combinatie van het goede van massaproductie met het ‘westerse’ kavelontwerp. De essentie van de oplossing die Collective voorstelt is dat kavels weliswaar als geheel kunnen worden ontworpen, maar dat voor de grootte van de kavels een standaard wordt ontwikkeld. Net zoals er bijvoorbeeld bij schoenen sprake is van een standaard voor schoenmaten. Een dergelijke aanpak zal leiden tot een toename van variatie en niet tot uniformiteit, en dat komt ook de openbare ruimte ten goede.