Tentoonstelling

Waterschool M4H+

Waterschool M4H+ buiten installatie. Foto: Aad Hoogendoorn
Waterschool M4H+ buiten installatie. Foto: Aad Hoogendoorn
    • van 9 juni tot en met 30 juli 2021
    • Studio Makkink en Bey, Merwe-Vierhavensgebied
    • Marconistraat Rotterdam

De Waterschool M4H+ is een verkenning van de ontwikkeling van het Rotterdamse Merwe-Vierhavensgebied (M4H) in een lerend productielandschap. Uitgangspunt is een toekomstbestendige omgang met water. In de werkruimte van Studio Makkink & Bey, aan de westrand van Merwe-Vierhavens (M4H), bracht de tentoonstelling in beeld hoe een nieuw woon- en werkmilieu eruit kan zien. In de presentatie waren projecten van verschillende ontwerpers, kunstenaars en architecten opgenomen. 

De tentoonstelling Waterschool M4H+ was onderdeel van IABR 2020: Down to Earth. De Waterschool is een langlopend onderzoeksproject van Studio Makkink & Bey, dat eerder deel uitmaakte van IABR 2018: The Missing Link. Ontwerpers Rianne Makkink en Jurgen Bey onderzochten met de Waterschool hoe de enorme water-footprint van de gemiddelde Rotterdammer kan worden verkleind. Hierbij werd niet alleen gekeken naar het watergebruik van producten, maar naar het volledige maakproces en de ecologie erachter. Een kopje koffie kost dan bijvoorbeeld 120 liter water. 

De Waterschool M4H+ won in 2022 de Dutch Design Award in de categorie Design Research.  

    • Credits
Waterschool M4H in de studio van Makkink & Bey. Foto: Aad Hoogendoorn
Waterschool M4H+ Insecten scenario visualisatie. Beeld: Studio Makkink & Bey with Juhee Hahm

Grote tekeningen van voedsel-, materiaal-, energie- en woon-werklandschappen laten zien hoe de voormalige stadhavens (her)ontwikkeld kunnen worden. De getekende toekomstscenario’s hingen aan de buitenzijde van het gebouw van Studio Makkink & Bey en binnen in de tentoonstelling. Ze verbeelden een nieuwe verhouding tussen alle levende organismen, inclusief alle 6.300 toekomstige bewoners, in een wijk gebaseerd op een duurzame energie-, voedsel- en materiaalproductie en waterhuishouding.

De Waterschool onderzocht hoe een reeks nieuwe grondstoffen en hulpbronnen aan een duurzame samenleving kunnen bijdragen, en daarmee ook aan de functie van het gebied als lerend productielandschap. Insecten kunnen bijvoorbeeld dienen als een alternatieve eiwitbron die veel minder water nodig heeft dan de productie van koeien-, varkens- of kippenvlees. Ook eendenkroos, zeewier, hout of fungi zijn potentieel een nieuwe voedsel- en materialenbron met een kleinere water-footprint dan die van de huidige voedselproductie, maar vereisen nieuwe vormen van (stads)landbouw, architectuur en energievoorziening. Kunnen we de benodigde energie misschien uit het water halen, bijvoorbeeld met aquathermie? En welke rol kan de bestaande havenarchitectuur spelen bij deze nieuwe vormen van stadsontwikkeling? 

Op vijf verschillende buitenlocaties in het M4H-gebied werd in ruimtelijke installaties verbeeld hoe hier in de toekomst geleefd en gewerkt kan worden. Een QR-code gaf de bezoeker toegang tot een webapplicatie waarin de pioniers in het gebied werden voorgesteld: makers, ondernemers en toekomstige bewoners.  

Bij elk van de vijf installaties werd getoond wat het dagelijkse watergebruik van de gemiddelde Rotterdammer is: 119 liter per dag. Om daarin te kunnen voorzien met regenwater heeft die Rotterdammer ongeveer 60 vierkante meter ruimte nodig met een hoogte van 72 centimeter, 43.435 liter voor een heel jaar.

Waterschool M4H buiteninstallatie. Foto: Aad Hoogendoorn
Waterschool M4H in de studio van Makkink & Bey. Foto: Aad Hoogendoorn

Daarnaast was te zien welke impact producten als voedsel en kleding op ieders waterverbruik hebben en wat dat voor het waterverbruik wereldwijd betekent. Want als consument verbruikt de gemiddelde Rotterdammer indirect nog eens zo’n 4.000 liter water per dag – 1,45 miljoen liter per jaar. Daarmee zijn de producten die we kopen verantwoordelijk voor 99 procent van ons waterverbruik. Merendeels importeren we die. 95 procent van onze watervoetafdruk laten we dan ook achter in het buitenland en bijna altijd in gebieden waar de wateromstandigheden heel wat slechter zijn dan bij ons.

Doel van de Waterschool was dan ook om door middel van de installaties en in workshops en debatten ons bewustzijn van onze enorme water-footprint en wat we daaraan kunnen doen, te vergroten. De werktentoonstelling ontwikkelde zich verder naarmate er meer informatie werd opgehaald in het gebied. Zo kwamen, gaandeweg de tentoonstelling, alle onderwerpen en resultaten van het ontwerpend onderzoek aan bod.