Het (her)inrichten van het stadslandschap vraagt om een betrokken relatie tussen mens en natuur. Er zijn veel manieren om aan die betrokkenheid vorm te geven. Van tuinen en parken tot natuurbescherming en natuurontwikkeling. In de tentoonstelling De aarde een tuin, deel van IABR 2014: Urban by Nature, staat de relatie tussen stad en natuur centraal. Van tuinen en parken tot natuurbescherming en bouwen met de natuur.
Tentoonstelling
De aarde een tuin
- van 29 mei tot en met 24 augustus 2014
- Kunsthal
- Westzeedijk 341, Rotterdam
In deze tentoonstelling krijgt het Wereld Natuur Fonds de gelegenheid om te verkennen wat natuurbescherming betekent in een verstedelijkende wereld. Een belangrijke plek is ingeruimd voor de resultaten van het IABR–Atelier Planet Texel.
Dirk Sijmons, hoofdcurator van de biënnale: "De aarde een tuin gaat over de actieve betrekkingen tussen mens en natuur. Er loopt een rode draad vanaf de oudste bemiddelaars, de sjamanen, via de tuinen en de parken, tot aan de natuurbescherming en actieve vormen van natuurontwikkeling zoals 'bouwen met de natuur'.
Het is geen vrijblijvende relatie, maar een die continu onderhouden moet worden en op verschillende manieren kan worden geactiveerd. In praktische en productieve zin (we eten ervan), in wetenschappelijke zin (we weten ervan) en in culturele zin (we genieten ervan) kan die relatie letterlijk vorm en betekenis krijgen met behulp van architectuur en landschapsarchitectuur."
In de 'tentoonstelling in een tentoonstelling' Natuurbescherming in een verstedelijkte wereld laat het WNF zien welke kansen er liggen als we natuurlijke processen herstellen en actief inzetten om onze veranderlijke leefomgeving te verbeteren.
De tentoonstelling is opgebouwd als een wandeling langs een rivier in Europa. Van bergtop tot deltastad volgen we het water, soms letterlijk, soms langs voorbeelden. Veel ontwikkelingen hebben immers meerdere gevolgen die weer op elkaar inspelen – wat stroomopwaarts gebeurt, heeft stroomafwaarts consequenties.
De biodiversiteit van het landelijk gebied staat onder druk, in Europa sterker dan in vrijwel alle andere landschappen in de wereld. De landbouw droeg bij aan een afname van biodiversiteit, het stilleggen van allerlei gratis natuurdiensten en aantasting van de bodemvruchtbaarheid. Landbouw en drainage van bossen hebben er ook voor gezorgd dat de natuurlijke ‘sponswerking’ van het land is verdwenen. In Nederland hebben de rivieren daarom al meer ruimte gekregen om hoge waterstanden aan te kunnen, maar ook in het Europese middelgebergte, waar het rivierwater vandaan komt, kan de opnamecapaciteit worden vergroot. Het herstel van de sponswerking in het middelgebergte biedt kansen voor recreatie, maar ook voor de zwarte ooievaar, de otter of de bever, en het doet de kans op overstromingen stroomafwaarts afnemen.
Door op verschillende manieren in te zetten op het herstel van natuurlijke processen in samenhang met de landbouw, kan een gezond en veerkrachtig landschap ontstaan, met ruimte voor voedselproductie, natuur en recreatie.
In sommige regio’s in Europa verdwijnt de landbouw zelfs en trekken mensen weg. Natuurlijke landschappen worden hier hersteld en mede dankzij wettelijke natuurbescherming en afname van de jacht verschijnen grote zoogdieren weer in hun oude leefgebieden. Dit biedt weer kansen voor nieuwe regionale, economische initiatieven, gebaseerd op natuur en recreatie.
De wandeling eindigt in de deltastad, waar mondiale ontwikkelingen misschien wel het meest zichtbaar zijn en waar natuurlijke processen daarom onder grote druk staan. Hoe kan herstel en ontwikkeling van natuurlijke processen bijdragen aan de leefbaarheid en veerkrachtigheid van onze steden, welke kansen liggen hier? Hoe moeten we natuurbescherming aanpakken als we van nature stedelijk zijn?