De file is bij uitstek het symbool voor de groei van de mobiliteit in Nederland. Waar de autoliefhebber in 1950 zorgeloos met tachtig kilometer per uur door het landschap zoefde, ondertussen lachend naar de camera van het Polygoonjournaal, weet elke automobilist tegenwoordig precies waar en wanneer hij tussen medeweggebruikers in het verkeer komt vast te staan.
In de arcade van het Nederlands Architectuurinstituut staat in filevorm een lange rij met de meest populaire auto’s van de afgelopen decennia opgesteld. Deze laat zien hoe het autorijden de laatste vijftig jaar veranderde. De groei van de snelwegen lokte de productie van steeds grotere, snellere en comfortabelere auto’s uit. Niet alleen dat, ook het áántal auto’s groeide enorm. Moest je in 1950 nog moeite doen om een paar honderd auto’s op een dag te kunnen zien, tegenwoordig kan dat al met een wandeling door de buurt. Sinds 1950 groeide het aantal auto’s in Nederland van 139.000 naar 6,7 miljoen. Dat is bijna vijftig maal zoveel. Had toen nog maar 1 op 73 Nederlanders een auto, tegenwoordig is dat 1 op elke 2,5 Nederlander.
De honderdzeventig meter lange Arcade, buiten de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam een lichtsculptuur, is door kunstenaar Peter Struyken beschikbaar gesteld voor de expositie. De bezoeker wandelt in deze buitententoonstelling via de eerste zebrapaden, vangrailen, autogordels en Vinex-locaties door een geschiedenis van de mobiliteit in Nederland.
